Oorspronkelijke prijs was: €30,00.€15,50Huidige prijs is: €15,50.
Adam Gopnik is al tientallen jaren een van onze meest geliefde schrijvers, een briljant en scherpzinnig criticus van kunst, eten, Frankrijk en meer. Maar onlangs raakte hij geobsedeerd door een meer fundamentele kwestie: Hoe leren meesters hun wonderbaarlijke vaardigheden, of het nu gaat om het tekenen van een naakt dat klaar is voor het museum of het bakken van een perfect zuurdesembrood? Hoe kan iemand ergens zo goed in worden? Er leek een fundamenteel mysterie aan meesterschap te zitten. Was het mogelijk om het te ontrafelen?
In dit boek wordt Gopnik een toegewijde leerling van verschillende meesters in hun vak: een klassieke schilder, een bokser, een dansleraar, een rij-instructeur, en anderen. Hij verwerpt zelfhulpbromide en opsommingstekens, maar laat desondanks zien dat de beste mensen op welk gebied dan ook een aantal gemeenschappelijke kwaliteiten en methoden hebben. Ten eerste is hun meesterschap altijd een proces van afbreken en opbouwen – van het identificeren en perfectioneren van de kleine samenstellende delen van een vaardigheid en het combineren daarvan tot een totaaleffect dat groter is dan de som van die delen. Voor een ander deel gaat meesterschap bijna altijd gepaard met opzettelijke imperfectie – zoals in de muziek, waar vibrato, een manier om niet helemaal op de juiste noot te landen, maximale expressiviteit met zich meebrengt. Gopniks eenvoudigste en meest stimulerende les is echter dat we omringd zijn door meesterschap. Meesterschap is verre van zeldzaam, het is heel gewoon, als we maar weten waar we moeten zoeken: van de ouder die een professionele strudel in elkaar kan flansen tot de maatschappelijk werker die – in een van de meest persoonlijk onthullende passages die Gopnik ooit heeft geschreven – hem helpt zijn eigen demonen de baas te worden.
Op voorraad